De boerderij van Bikker
’s-Gravelandseweg 8
De 's-Gravelandseweg is niet alleen de oudste 'straatweg' in
Hilversum maar van oudsher een belangrijke doorgaande
route en is ook reeds twee eeuwen een 'allee' waar het
goed wonen is.
Al in 1731 stond hier een
boerderij, die toebehoorde aan Bastiaan Glasemaker en daarna aan diens zoon
Willem. Tijdens de brand van 1766 brandde deze af, evenals het huis links
daarvan dat in bezit was van de Katholieke Potarmen. Willem Glasemaker kocht de
ruďne en liet een nieuwe boerderij bouwen omringd door een groot erf. Hij was in
1732 getrouwd met Gerritje Kornelisz Nieuwenhuijzen met wie hij 13 kinderen
kreeg. Vijf of zes overleden al op zeer jeugdige leeftijd, maar de overige
werden volwassen en vijf van hen trouwden. Tot dit vijftal behoorde dochter
Grietje die in 1774 in het huwelijk trad met Steven Rijkse Bikker. Grietje en
haar man kregen uiteindelijk de boerderij in bezit en sindsdien heette het pand
een ruim eeuw ‘De Boerderij van Bikker ‘. Zij kregen twee dochters, Aagje, die
in de wieg overleed, en Gerritje. Na vijf jaar huwelijk stierf Grietje en twee
jaar later hertrouwde Steven met Teuntje Jacobs Pel. Uit dit huwelijk werden
negen kinderen geboren maar ook in dit gezin kwam Magere Hein veelvuldig langs.
Zes kinderen gingen heel jong dood, twee
zelfs op de zelfde dag, anderhalf respectievelijk een half jaar oud. Slechts
twee kinderen van Steven en Teuntje zijn volwassen geworden, Jacob en Teunis.
Nadat Steven Bikker in 1812 was overleden en ook zijn weduwe Teuntje gestorven
was, kwam de boerderij in bezit van Jacob en Teunis en hun neef Tijmen van der
Heijden, zoon van hun stiefzus Gerretje. Tenslotte werd Teunis de eigenaar en
met zijn gezin de bewoner van het pand. Zijn ongetrouwde broer Jacob bleef er
wonen.
Ook Teunis en zijn vrouw Marritje
de Jong hadden een groot gezin. Van hun negen kinderen overleden er ‘slechts’
twee op jeugdige leeftijd. Van de zeven overige kinderen hadden de drie broers
Steven, Lubertus en Jacob voor de boerderij de meeste betekenis. Zij zijn in
1829, 1840 en 1843 geboren, verstokte vrijgezellen die op de boerderij bleven
wonen en werken. Door uitkoop van hun broers en zusters werden zij uiteindelijke
eigenaren. Het woonhuis bevond zich naast de bakkerij van Dillewijn. Aan de
andere zijde van het huis lag een altijd wat rommelig erf met stallen en een
grote hooischelf. Daar stond ook een grote schapenschuur.
Winkel
’s-Gravenlandseweg 8
Dit pand, waar Oldenhof is
gevestigd, werd in opdracht van Wortelboer gebouwd. Hij liet de boerderij slopen
en er een nieuw winkelpand aan de al bestaande winkel aan de Kerkstraat bouwen.
Merkwaardig genoeg sloten de verdiepingen van de beide panden niet aan, het
hoogteverschil was ongeveer een meter. Wortelboer is hier jarenlang gevestigd
gebleven tot de winkel in 1988 afbrandde. Daarna werden de panden gesplitst en
kwam op nummer 8 de firma Bröring, een beddenspeciaalzaak, die voorheen in de
Schoutenstraat zat.
Het woonhuis annex kantoor/winkel
’s-Gravenlandseweg 8a
Dit inmiddels gesloopte pand kwam
in 1907 op de plek van de schapenschuur. Het werd het woonhuis en kantoor/winkel
van Jacob Glazemaker. In 1906 trouwde Jacob met de 14 jaar jongere Alida
Zegstroo en betrok de nieuwe woning. In 1919 werd hun enig kind, Anna Gesina
geboren. Jacob was makelaar in assurantiën en verkocht de meest uiteenlopende
verzekeringen. In 1917 startte hij als kassier van de boerenleenbank. Dat was
jarenlang een nevenfunctie. Pas in de jaren ’50 werden de bankwerkzaamheden een
dagtaak. In 1939 Ging Jacob met pensioen en verhuisde naar de Oude Enghweg. De
44-jarige Cornelis Richardus Bikker nam zijn makelaardij en kassier functie
over. Hij was toen al jaren plaatsvervangend kassier. Bikker was geen directe
familie van de gebroeders Bikker, die eerder op deze plek de schapenteelt
beoefende. Cornelis was getrouwd met de drie jaar jongere Johanna Catharina
Jans, een van de vijf dochters van de eigenaar van Hotel Jans aan de
Stationsstraat. Het echtpaar Bikker had twee zoons: Harry, geboren in 1929 en
Herman die drie jaar ouder was. Johanna overleed in 1948 en een paar jaar later
hertrouwde Cornelis met Anna Gesina Glazemaker, de dochter van zijn voorganger.
Bikker verhuisde na zijn pensionering naar de Javalaan, waar hij in 1969
overleed. Hij was tevens de laatste bewoner van dit huis. Het pand werd door de
gemeente gekocht.